Geschiedenis
Uit oude teksten en schilderijen kunnen we opmaken dat windhonden van uiteenlopende maten al duizenden jaren geleden werden ingezet als zichtjager op wild. Het bood een fascinerend schouwspel, maar vooral af en toe een stuk vlees op tafel. De naam “whippet” had rond 1600 de betekenis “kleine hond” en werd pas in 1841 gebruikt om een “kruising tussen Greyhound en Spaniël” te beschrijven. Lange tijd was het alleen de adel toegestaan om Greyhounds te bezitten en ermee te jagen, het volk bezat waarschijnlijk wel kleine windhonden en windhondkruisingen ten behoeve van de stroperij.
De whippet zoals wij die kennen is echter - zoals veel hondenrassen - een relatief jong ras, dat door de mijnwerkers en fabrieksarbeiders in Noord Engeland werd gecreëerd uit windhonden en terriërs. Whippets werden ook wel “snapdog” genoemd (to snap = snauwen, happen), omdat zij razendsnel konden uitvallen naar andere honden.
Toen het Engelse parlement in 1835 gevechten tussen honden, beren en stieren verbood, zou het nog tot 1850 duren tot dat verschijnsel daadwerkelijk werd gestaakt. De arbeidersklasse moest omzien naar een ander vermaak en het “snapdog coursing” werd in korte tijd populair; whippets werden in een afgesloten terrein losgelaten op een konijn of rat.
De hond die het diertje als eerste wist te grijpen en doden was de winnaar en de eigenaar won het geld van de weddenschap. Whippets werden op één dag soms wel dertig keer de arena ingestuurd en hadden baat bij zowel snelheid als uithoudingsvermogen en felheid. Deze eigenschappen werden verkregen door in de fokkerij windhonden en terriërs te gebruiken. De gegoede burgerij keek erg neer op deze “sport” en uiteindelijk werd het verboden.
Na dit verbod vond men een alternatief vermaak in de vorm van het rennen. De eerste vorm van rennen was het “rag racing”. Whippets werden bij nek en staartaanzet vastgehouden en na het startschot met een grote zwaai zo ver mogelijk door hun “slipper” (starter) gelanceerd, in de richting van een recht traject van 90 tot 180 meter. Zij renden naar hun eigenaar of trainer, die aan het eind van het traject met een “rag” (lap) stond te zwaaien en te roepen. Eenmaal bij de finish aangekomen sprongen de whippets naar de lap en grepen die vast, waarna ze rond werden gezwaaid om hun snelheid op te vangen. De whippet kreeg in deze tijd de bijnaam “renpaard van de armen”.
De renwedstrijden waren in de periode 1880 - 1930 zeer populair. Zij werden gehouden op zaterdagen met honderden whippets en dit trok duizenden toeschouwers. Er werd daarbij stevig gewed op de deelnemende honden. Succesvolle whippets brachten veel geld in het laatje en werden door hun eigenaren thuis goed gevoerd en helemaal in de watten gelegd; menige whippet sliep bij zijn eigenaar onder de dekens, aan het voeteneind.
Kleine whippets waren minder snel dan grote whippets; teven sneller dan reuen. Er werd daarom gewerkt met handicaps; op basis van gewicht en geslacht kregen whippets een of meer meters voorsprong op elkaar. Snelheid was het enige criterium dat belangrijk was; door Italiaanse windhondjes en Greyhounds in de fokkerij te betrekken kreeg de whippet een lichtere constructie, langere poten, een diepe borst die ruimte biedt aan hart en longen en de typische bespiering waaraan men een windhond herkent. De whippet woog in die tijd gemiddeld negen kilo en legde het traject van 180 meter af in ongeveer 12 seconden.
Het Engelse stamboek van de whippet werd in 1890 geopend en de eerste whippets verschenen daarna op shows. Hier werd gekeurd naar een geschreven rasstandaard waardoor er steeds meer uniformiteit in het ras kwam. Op dat moment ontstond wat men in die tijd “de moderne whippet” noemde. In feite leek de whippet ondertussen nog het meest op een kleine Greyhound, reden waarom de Engelse Whippet Club in 1908 de Kennelclub (tevergeefs) verzocht de naam te wijzigen van “Whippet” naar “Miniatuur Greyhound”. Pas in deze periode werd het ras populairder buiten de arbeidersklasse; de whippet werd rond de eeuwwisseling door Engelse dames beschouwd als een zeer elegante “accessoire” en zij organiseerden zelfs races onder elkaar.
De whippet heeft zich ondertussen ontwikkeld tot een zeer herkenbaar, wereldwijd erkend en gerespecteerd ras en valt niet meer weg te denken uit de windhondengroep.
De Whippet
De op één na kleinste Windhond van handzaam formaat. Een zelfverzekerde, aanhankelijke en intelligente hond. Snel lerend en het beste gedijend als hij volkomen bij het doen en laten van het gezin wordt betrokken. Hij meent namelijk recht te hebben overal bij te zijn. Hij stelt het gezelschap van andere huisdieren en rasgenoten erg op prijs. Hij gehoorzaamt redelijk goed, als de baas de consequente regels toepast en baas en hond verder goed bij elkaar passen.
De Whippet is erg zindelijk op zichzelf. Door hun glad aanliggende vacht zijn ze wat temperatuurgevoeliger dan dik behaarde rassen. Zij slapen het liefst warm en van de grond. Buiten is het een actieve, impulsieve jager. Alles wat beweegt – al is het een in de verte fladderend stukje papier – moet meteen onderzocht worden, hetgeen in de huidige maatschappij met het drukke verkeer heel gevaarlijk kan zijn. Niet loslaten dus in de buurt van het verkeer. De hond is minder geschikt om door kleine kinderen te worden uitgelaten, tenzij de hond aan de riem wordt vastgehouden. De Whippet eet vrij veel voor een hond van zijn formaat. Verder eist hij dagelijks veel lichaamsbeweging. Bij een goede conditie – door de juiste voeding, voldoende beweging, een prettig harmonisch contact met het huisgezin – kan de Whippet 12 tot 14 jaar worden. Hij blijft dan tot op hoge leeftijd een zeer actieve hond. Ondanks dat ze wat kouwelijk lijken, zijn ze niet kinderachtig. Hoewel ze ’s winters best een jasje verdragen als het vriest.
De Whippet is geschikt om te wandelen, naast de fiets te lopen, om mee te coursen of naar de renbaan te gaan. Het is een heel rustige, prettige huishond. De zelfbewuste, sierlijke atleet onze Whippet. Het mystieke genenspel van Moeder Natuur is in hoge mate verweven met onze Whippet. Deze snelle aristocraat is en blijft een wonder van ‘pure English breed’. Met zijn kleine, krachtige body kan hij zijn grote broer, de Greyhound, in snelheid bijna evenaren. Met zijn ranke benen en sterke spieren is hij onvermoeibaar en altijd bereid tot sport en spel. Het zij mij vergund van dit bijzondere ras te houden.
Mevr. H. Hugenholz-v.d.Velde.